Het tijdperk van de rellen (update) - Blaumachen

Dit is een update van de tekst ‘De overgangsfase van de crisis: het tijdperk van de rellen’ en een introductie tot de huidige met rellen doorspekte periode, door de Griekse anti-staats communistische groep Blaumachen.

Submitted by CercleNoir on February 9, 2014

Introductie
(September 2011)

Sinds het schrijven van de tekst ‘De overgangsfase van de crisis: het tijdperk van de rellen’, gepubliceerd in juni 2011 in nummer 5 van het blad blaumachen zijn er twee erg belangrijke gebeurtenissen voorgevallen in de ontwikkeling van de klassenstrijd. De eerste gebeurtenis was het ontstaan van de ‘indignados’ bewegingen in Spanje, Griekenland en Israel. De tweede was de uitbarsting van rellen afgelopen augustus in Engeland. Deze twee gebeurtenissen zijn belangrijk in hun eigen recht maar vanuit ons oogpunt is het de relatie tussen de twee, i.e. de breuk tussen de handelingen van de deelnemers in deze bewegingen die van het grootste belang is. Het concept van de ‘breuk’ (écart) werd voor het eerst gebruikt door de groep Théorie Communiste:

Van strijd om bepaalde eisen naar revolutie kan er slechts een breuk zijn, een kwalitatieve sprong, maar deze breuk is geen mirakel, noch is het de simpele gewaarwording bij een deel van het proletariaat dat er niks anders gedaan kan worden behalve het ontketenen van een revolutie omdat al het andere gefaald heeft. ‘One solutoin, revolution’ is onzin symmetrisch ten opzichte van de ‘revolutionaire dynamiek’ van de strijd voor eisen. Deze breuk wordt geproduceerd door het ontvouwen van de strijdcyclus die haar voorafgaat en, kunnen we zeggen, daar nog steeds deel van is. Deze breuk is geprefigureerd in de vermenigvuldiging van scheuringen binnen de klassenstrijd tussen aan de ene kant het in twijfel trekken van het eigen bestaan als klasse door het proletariaat in haar tegenstelling met het kapitaal en aan de andere kant de reproductie van het kapitaal als resultaat van het simpelweg zijn van een klasse. Deze breuk is de dynamiek van deze strijdcyclus die bestaat op een empirisch verifieerbare manier. – Het huidige moment, Théorie Communiste

In het concept van ‘de breuk’ zijn er drie momenten: het idee van afstand, dat van beweging en dat van internaliteit. Afstand voor zover we het hebben over activiteiten die van elkaar onderscheiden kunnen worden en tegenover elkaar gesteld kunnen worden; beweging voor zover we het niet hebben met onafhankelijke zaken die slechts op dezelfde plek naast elkaar bestaan maar over een kritische reflexiviteit/zelfreflectie over ‘actie als klasse’, wat ons brengt tot de derde nuance: het is een kwestie van een beweging en een afstand intern aan de activiteit van het proletariaat als klasse. Het is een kwestie van twee kanten (met als horizon niets anders dan het kapitaal / in tegenspraak met haar eigen reproductie als klasse) van dezelfde actie als klasse – de breuk is de dualiteit die zichtbaar wordt als beperking binnen het kapitaal van het bestaan als klasse. – Roland Simon

De breuk tussen de verschillende activiteiten in de strijd van de arbeidersklasse kan veel verschillende vormen aannemen: het kan een breuk zijn tussen praktijken die in verschillende conflicten met dezelfde kapitalistische staat de kop opsteken (bijvoorbeeld, de opstand van december 2008 en de ‘indignados’ beweging in de zomer van 2011 in Griekenland). De activiteiten van een strijd kunnen opgeworpen worden door het limiet van een andere en vervolgens kunnen beide verzamelingen activiteiten een breuk vormen (en niet slechts in de richting van de strijd zonder eisen, iets wat ongetwijfeld gerelateerd is aan de samenstelling van de deelnemers, i.e. de samenkomst van de strijdcyclus). Het kan een breuk zijn tussen verschillende activiteiten in een strijd:

In 2006, in Savar, 50km ten noorden van Dhaka, Bangladesh, werden twee fabrieken in brand gestoken en honderden anderen geplunderd en vernield nadat arbeiders drie maanden lang niet uitbetaald waren. In het begin eisten ze om in deze fabrieken te blijven werken met hogere lonen, maar toen ze geconfronteerd werden met de delegitimisering van het stellen van eisen, begonnen ze hun eigen bestaan als proletariërs aan te vallen door de fabrieken in brand te steken of stuk te slaan. De breuk is niet slechts het in brand steken van de fabrieken; het is het tegenstrijdige gelijktijdig bestaan van zowel het stellen van eisen als de vernietiging van de productiemiddelen - Blaumachen, het communiseringsperspectief

De breuk kan ook verschijnen tussen de praktijken van de klassenstrijd die plaatsvindt in verschillende staten.

Deze verschillende aspecten zijn momentopnames van een totaliteit die ontstaat uit het feit dat de tweede fase van de herstructurering momenteel plaatsvindt en een snel groeiende overschotsbevolking produceert. Tegelijkertijd verhoogt het niet het aandeel van variabel kapitaal in het totale sociale kapitaal, i.e. het intensifieert de impasse van de crisis kwalitatief en kwantitatief en produceert hier geen ontsnapping aan. – De overgangsfase van de crisis: het tijdperk van de rel, blaumachen

Klassenstrijd is ongetwijfeld een tastbare realiteit voor het proletariaat van iedere staat: het proletariaat wordt uitgebuit door het kapitaal in de staat waar ze leeft, dus nemen ze de realiteit noodzakelijkerwijs waar als gerelateerd aan de bazen in hun staat. Echter, dit verschilt per staat (de Engelse politie is niet de Griekse politie, de specifieke kenmerken van de klassenstrijd in Engeland vereisen een ander soort politiewerk). Vanuit het communiseringsoogpunt (waarvoor de revolutie de zelfopheffing van het proletariaat is en niet de ‘emancipatie’ van arbeiders en het overgaan van de kapitalistische maatschappij in een ‘arbeidersmaatschappij’) is de breuk tussen strijdpraktijken die plaatsvinden in verschillende staten van groot belang. Hoewel het waar is dat het kroningsmoment van de reproductie van kapitaal, de productie van waarde en meerwaarde, op specifieke wijze en afgezonderd plaatsvindt in iedere staat, is het bestaan an sich van iedere staat slechts mogelijk vanwege haar speciale relatie met de andere kapitalistische staten, i.e. haar integratie in een bepaalde positie in de globale articulatie van staten, zodanig geproduceerd door de competitie tussen de verschillende nationale kapitalen en de (speciale) competitie tussen kapitalistische staten. Het proletariaat moet haar staat en haar bazen confronteren, maar door de globale articulatie van het totale sociale kapitaal van alle staten (wat uiteraard vol zit met tegenstellingen en conflicten) buit de kapitalistische klasse het hele proletariaat uit. De revolutie als afschaffingproces van waarde en de afschaffing van de staat zal ieder staatsmechanisme parallel aanvallen en zal noodzakelijkerwijs de specifiekheid van de verschillende staten vernietigen (en zal geen arbeidersstaat vestigen of parallelle vormen van ‘productie onder zelfbeheer’), ze zal een noodzakelijkerwijs globaal karakter hebben.

De breuk tussen praktijken die de kop op steken in verschillende conflicten en tussen de praktijken binnen een specifiek conflict produceert, in onze strijdcyclus, zowel het behoren tot een klasse (haar ‘klasse-behoren’) als een externe beperking als het overstijgen van deze strijdcyclus (vanuit ons oogpunt wordt dit geproduceerd als een opheffing van het behoren tot een klasse, een communiserende revolutie). We benadrukken de relatie tussen strijdpraktijken:

Wat van belang is, is het herkennen van de breuk tussen activiteiten en niet slechts van een activiteit als ‘revolutionair’ of ‘niet revolutionair’. Zo’n onderscheid bestaat simpelweg niet voor de revolutie en haar aanroep kan slechts de noodzakelijke ideologische zelfreflectie zijn van de uitvoerders van verschillende uiteenlopende praktijken. -Blaumachen, het communiseringsperspectief

De eisen stellende activiteiten van proletariërs binnen de revindicatieve strijd zijn niet langer efficiënt en het historische proces wat hiertoe geleid heeft is hun relatie met de strijdpraktijken zonder eisen: zodoende breken er meer en meer rellen los. De historische route van de strijdcyclus wordt bepaald door de deelname van meer en meer proletarische lagen in de strijd, maar deze deelname wijst niet op een nieuwe klasseneenheid: de specifieke breuk tussen activiteiten, degene die geproduceerd wordt tussen conflicten die parallel plaatsvinden of binnen een enkele strijd, bepaalt het niveau van de ontwikkeling van de tegenstelling (als klasse van de kapitalistische productiewijze en daarmee de revolutionaire klasse). De ontwikkeling en transformatie van de breuken tussen de activiteiten binnen de strijd is in zichzelf het historische proces dat het overstijgen van deze strijdcyclus produceert.

Terwijl deze strijdcyclus zich ontwikkelt, strijd het proletariaat, in de context van de breuk tussen de strijdpraktijken van bepaalde delen van het proletariaat, voor haar reproductie als klasse en wordt ze tegelijkertijd geconfronteerd met haar eigen reproductie (haar ‘klasse-behoren’) extern aan haar als beperking binnen het kapitaal, i.e. ze strijd tegelijkertijd voor en tegen haar eigen reproductie (dit is de breuk als een interne relatie tussen activiteiten binnen dezelfde strijd en tussen de praktijken van verschillende conflicten). De kristallisatie van deze tegenstelling/identiteit in specifieke praktijken en activiteiten wordt steeds duidelijker en het lijkt erop dat dit gewelddadige conflicten binnen de strijd gaat produceren.

In deze tekst analyseren we de huidige samenloop van omstandigheden (tot en met het uitbarsten van de beweging in Spanje in mei 2011). Met het introduceren van de term ‘het tijdperk van de rel’ definiëren we de overgangsfase van de crisis en de crisis van deze overgangsfase:

Recente strijd reflecteert de twee basisaspecten van het proces dat de revolutie van de huidige periode produceert: ten eerste, de delegitimisering van eisen, i.e. het stellen van eisen wordt omgezet in een onderdeel van de reproductie van klassen, iets wat gemarginaliseerd en onderdrukt neigt te worden, en ten tweede, de interne afstand tussen proletarische activiteiten in de ontwikkeling van de klassenstrijd. Deze twee aspecten van de klassenstrijd worden opgeworpen in iedere zone van het kapitaal, ondanks al hun verschillen, en wordt opgelegd door de objectiviteit van het kapitaal, de economie. We kunnen ons de voorspelling veroorloven dat we het tijdperk van de rel ingaan, dat een extreem gewelddadig overgangstijdperk zal zijn. Ze zal de reproductiecrisis van het proletariaat definiëren, en daarmee van het kapitalisme, als een belangrijk structureel element van de komende periode. Met ‘rellen’ bedoelen we de strijd met eisen of zonder eisen die gewelddadige vormen aan zal nemen en stedelijke omgevingen zal transformeren in gebieden van onrust; de rellen zijn niet de revolutie, zelfs de opstand is niet de revolutie, hoewel ze het begin van een revolutie kan zijn. De interne afstand tussen proletarische activiteiten versterkt alle sociale tegenstellingen en creëert een zelfversterkend proces van groeiend conflict dat meer en meer delen van de arbeidersklasse zal opslokken en de staatsrepressie zal laten intensifiëren. Het specifieke aan dit ‘tijdperk’ is dat de dynamiek van de strijd geen stabiele resultaten kan produceren. In elk geval zal de strijd van het proletariaat onvermijdelijk haar tegengestelde klasse reproduceren en hun eigen klassenbestaan als een klasse van proletariërs. Het limiet van deze strijd is nu het feit dat het klassenstrijd is. De enige garantie om dit limiet te overstijgen is een praktische aanval tegen het kapitaal, iets wat identiek is met een aanval op het hele bestaan van het proletariaat als klasse.

De rellen in Engeland bevestigen de analyse over ‘het tijdperk van de rel’ en ze duiden een historische mijlpaal voor het overstijgen van de huidige strijdcyclus aan. Het is erg moeilijk om de reeks November 2005 (Frankrijk) – December 2008 (Griekenland) – Augustus 2011 (Engeland) te negeren, zelfs als men tot nu toe probeerde om er niet op te letten. Specifieke praktijken die in deze historische reeks de kop op steken (plunderingen, het in brand steken van bedrijfspanden en politiebureaus) geven het uitgesloten subject aan, van de structureel geproduceerde overschotsbevolking in de huidige accumulatiecyclus. Deze praktijken bevestigen het ‘eind van het activisme’[1] als een specifieke vorm van het huidige limiet van de klassenstrijd. In Frankrijk liet de stedelijke ghettoisering (opgebouwd door de staat) van de uitgesloten proletariërs geen ruimte voor het naast elkaar bestaan van de ‘autonome’ (ten opzichte van het kapitaal) activisten en de opstandelingen. In Griekenland produceerde de ontmoeting tussen de activisten en de immigranten en middelbare scholieren een specifiek samenzijn: in die dagen overstegen sommige activisten door middel van hun eigen praktijken hun activisme en ‘alternativisme’. In Engeland was stedelijke planning geen obstakel voor zo’n ontmoeting maar het specifieke alternativisme van het milieu was compleet irrelevant voor de praktijken van de plunderaars (de kritiek van sommige activisten omtrent plunderpraktijken was zo intens dat ze in sommige gevallen een praktijk an sich werd, en sommigen van hen namen deel aan de mediagerichte ‘opruimrondes’ na de rellen).

De ‘indignados’/’verontwaardigden’ bewegingen bevestigen het ‘einde van het radicale democratisme’ [1], ze zijn simpel gezegd een explosie van de tegenstelling daarvan. De crisis van 2008, als een globaliseringscrisis, maakte het mogelijk voor het radicale democratisme om te herstellen na een lange afwezigheid (sinds 2003) en om door middel van haar eigen overwinning vernietigd te worden. Deze bewegingen zijn erg breed in termen van samenstelling (variërend van jonge proletariërs die – slechts in theorie – klaar zijn om de arbeidsmarkt op te gaan tot rap proletariserende petit-bourgeois en zakenlui) en in termen van eisen (variërend van een nieuwe regulering van het kapitalisme tot een alternatief bestuur van het kapitalisme, wat vaak beschreven wordt met het woord democratie en wat voorvoegsels). De overwinning van het radicale democratisme is dat deze brede samenstelling uitgedrukt wordt in haar massaalheid en in het feit dat de woorden die gebruikt werden door de activistische avant-garde in het verleden nu overheersen. Wat ‘radicaal’ leek eind jaren ’90 – begin 2000 (zelforganisatie, arbeiderscontrole over de staat, volledige afkeer van politieke partijen, ‘directe’ democratie) is nu banaal in deze bewegingen (als gevolg hiervan hebben deze woorden niet langer de oude ‘radicale’ inhoud). Beide kanten van deze overwinning zijn in feite de vernietiging, of nauwkeuriger gezegd, de interne omverwerping, de ineenstorting van het radicale democratisme. De masaalheid, zoals verwacht, slaagde er niet in om de beweging zichtbaar te maken voor de staat, laat staan om haar eisen te ‘legitimeren’. De ‘radicale’ woorden waren niet in staat om te verbergen dat ze geen enkele inhoud hadden: niemand denkt nog langer dat deze woorden iets in zichzelf kunnen betekenen, niemand gelooft meer dat ‘een andere wereld mogelijk is’ (zonder de vernietiging van deze wereld dan). In de tweede fase van de herstructurering (zie de tekst ‘de overgangsfase van de crisis: het tijdperk van de rellen’) is het antwoord van de staat op deze indrukwekkende invasie van ‘verontwaardigde’ bewegingen in de publieke ruimte geen ‘nieuwe’ regulering van de kapitaalrelatie; ze is op de een of andere manier eerlijk en tactloos: de politie.

Wat het belangrijkste is aan de toekomstige ontwikkelingen van de crisis en klassenstrijd is de ontwikkeling van de relatie tussen de praktijken in Engeland en de praktijken van de ‘verontwaardigden’. Deze relatie wordt van primair belang vanwege de onvastheid tussen deze twee geproduceerde subjecten (werkeloosheid en precariteit als kern van de loonrelatie). De vorm van het nieuwe limiet (de politie, klasse-behoren als externe dwang) produceert, als overgangsfase, een specifieke vorm van strijd die wij proberen te beschrijven met de term ‘rel’. ‘Rellen’ omringen de beweging van de ‘verontwaardigden’ en doordringen hen uiteindelijk en produceren breuken tussen de praktijken van deze bewegingen. De dialectiek van de breuk grijpt koortsachtig om zich heen…

Referenties:

[1] ‘The present moment’, Theorie Communiste – SIC I, international journal for communisation

Comments