De overgangsfase van de crisis: van herstructurering naar opstand
Iedere dag voelen we meer van de storm van revolte die over de Afrikaanse en Midden-Oosterse regio’s waait. Het ene land na het andere verschijnt in de krantenkoppen van de internationale pers; ieder geval hetzelfde: conflicten tussen demonstranten en de politie of staatsgetrouwe knokploegen van ieder lokaal, meestal totalitair, regime. Ondanks alle pogingen van het globale spektakel om de proletarische aard van deze opstanden te verbergen en hun interne tegenstellingen maar al te veel te benadrukken, door de gebeurtenissen slechts als een politieke “beweging voor de democratie” of als politieke confrontaties tussen voor- en tegenstanders van de een of andere politicus te presenteren, kan de overduidelijke waarheid niet verborgen worden: die van klasse tegen klasse. De proletariërs gebruiken stenen, molotov cocktails en stokken, de politie is volledig bewapend en zo bang dat ze onmiddellijk en zonder onderscheid schieten om te doden. De proletariërs bezetten gebouwen, blokkeren wegen en steken auto’s in brand, ze branden gevangenissen tot de grond toe af, bevrijden de gevangenen en saboteren de infrastructuur. Het kapitaal bereid zich voor om een nog striktere dictatuur op te leggen. Het zal niet gemakkelijk zijn voor de overgangsregimes om zichzelf te stabiliseren, omdat ze niet in staat zullen zijn om ook maar enkele van de centrale eisen over levensstandaarden van de opstandelingen tegemoet te komen. Egypte en Libië zijn, tot nu toe, de meest serieuze manifestaties van deze opstandige fase van de crisis. Egypte is belangrijk vanwege haar economische en geopolitieke belang in de globale inter-kapitalistische concurrentie en Libië, niet alleen vanwege haar belang als olieproducent, maar ook vanwege het feit dat de staat in rap tempo de controle over de situatie verliest, wat wereldwijd tot paniek heeft geleid. Het huidige accumulatieregime is het resultaat van de eerste herstructurering die plaatsvond in de jaren ’70 en ’80; haar crisis is de keerzijde van het succes van deze herstructurering. Ze is de verdieping van het neoliberalisme zelf dat deze historische situatie heeft geproduceerd, omdat kapitalisme een systeem van tegenstrijdige sociale relaties is. Ongeacht hoe stabiel iedere vorm van accumulatie extern kan lijken, ze draagt de ontwikkeling van haar interne tegenstrijdige dynamiek in zich, die uiteindelijk zal leiden tot de uitbarsting van een crisis. De prestatie van het geherstructureerde kapitalisme, namelijk de triomf van de subsumptie van het hele leven van het proletariaat onder het kapitaal, heeft de reproductie van het proletariaat (en van het kapitalisme in haar geheel) wanhopig afhankelijk gemaakt van de ups en downs van de economie, en daarmee kwetsbaarder voor crisis dan in iedere voorgaande historische periode. In het huidige historische moment bevinden we ons in een overgangsfase van de globale kapitalistische crisis die uitbrak in 2008 en zich nog steeds aan het ontwikkelen is. In deze overgangsfase, probeert globaal financieel kapitaal haar directe devaluering over te slaan doormiddel van de oplegging van de draconische tweede fase van de herstructurering over de hele planeet. De consequenties van deze poging zijn overal zichtbaar, maar ze verschillen in termen van intensiteit en kwaliteit van de aanval tegen het proletariaat, die afhangt van:
[list=1]
De positie van iedere staat binnen de globale kapitalistische hiërarchie
De al bereikte vooruitgang van de eerste fase van de opgelegde herstructurering en, voornamelijk;
De geschiedenis van de klassenstrijd in iedere regio
Over de hele wereld (met uitzondering van China) betekent de herstructurering de reductie van het directe en indirecte loon (pensioenen, uitkeringen, publieke diensten); ze betekent het illegitiem worden van de looneis; ze betekend ook een toename in de prijzen van essentiële goederen, zowel als gevolg van het objectieve mechanisme van de crisis en het feit dat bepaalde delen van het kapitaal duidelijk speculeren met de voedselprijzen. Een resultaat van dit gokken, is dat het meest ondergewaardeerde deel van het proletariaat letterlijk niets meer te eten heeft: “De prijzen zijn zo hoog geworden dat als ik een paar citroenen wil kopen voor mijn pijnlijke keel, ik de hele maand blut ben” zei een arbeider bij het transportministerie in Egypte.
Ten midden van de storm van de economische crisis, verdwijnt de staatssubsidie voor een ‘overschots arbeidsbevolking’ en is het resultaat de verspreiding van informele arbeid en armoede. Proletariërs hebben geen andere keuze meer dan te werken (voornamelijk informeel) om te overleven en tegelijkertijd is het, als gevolg van de crisis, onmogelijk om een baan te vinden over een inkomen te vergaren dat de kosten van de reproductie van hun arbeidskracht dekt. Proletariërs eisen hun overleven en dus eisen ze een verlaging van de voedselprijzen, van loonsverhogingen en van baangaranties. Ze eisen wanhopig dat de kapitalisten het kapitalisme redden. Wanneer ze stabiele werkgelegenheid en ‘fatsoenlijke’ lonen eisen, zeggen proletariërs in feite tegen de kapitalisten: “Jullie hebben ons nodig, zonder ons is er een meerwaarde extractie, is er geen kapitaal”. Kapitaal, aan de ander hand, antwoord dat ze het overleven van het proletariaat niet langer kan garanderen en maakt duidelijk dat een (significant) deel daarvan nutteloos is geworden (in termen van ‘waarde’ voor het kapitaal) en, belangrijker nog, dat het begeerde herstel niet de herintegratie van dit overschotsproletariaat bevat; als gevolg hiervan zijn deze proletariërs structureel een overschotsbevolking voor het kapitaal. Historisch gezien wordt de looneis daarmee geproduceerd als zowel een noodzaak als een (structureel, niet cyclisch) dood spoor. De opstand van dit overschotsproletariaat zonder toekomst wordt geconfronteerd met de helderste en botste vorm van de kapitalistische overheersing: de politie. Het is precies het gegeven dat de uitgang van de crisis, vanuit kapitalistisch oogpunt, dit overschotsproletariaat niet bevat dat de politie tot de algemene verschijningsvorm van het huidige kapitalisme maakt.
Proletariërs over de hele wereld ervaren hun precaire situatie als verstikkend, haar context getekend door armoede en ghettoisering. De meest in het oog springende voorbeelden zijn Frontex (de grenspolitie van de EU), de militaire en politiediensten ingezet om de grens tussen de VS en Mexico te bewaken, de muur in Palestina, de door het leger bewaakte arbeiderskampen in China, de ‘gated communities’ in Zuid-Amerika of hun equivalent, de favelas, de uitgestrekte sloppenwijken en natuurlijk de Griekse versie van deze situatie, het 12.5 kilometer lange hek bij de grens met Turkije. De hele planeet wordt langzaam maar zeker een door apartheid geregeerde ruimte; moderne bantustans worden opgezet voor de arbeidersklasse. Deze stedelijke repressie verstikt proletariërs en heft een centrale kapitalistische toestand op: die van de ‘vrije’ verkoop van arbeidskracht. In Cairo werd deze stedelijke planologie in rap tempo geïmplementeerd in het afgelopen decennium. De dictatuur van de waardevorm en de economie in haar geheel heeft, in alle regio’s van Afrika en het Midden-Oosten waar we nu proletarische opstanden de kop op zien steken, de vorm van een dictatoriale democratie. De reden dat deze rellen kapitalisten over de hele wereld opgeschrikt hebben is vanwege het feit dat de democratische dictatuur, dit totalitarianisme, nu ook de fantasie van de bourgeoisie in de meer ‘ontwikkelde’ landen is omdat ze de enige manier lijkt om de tweede fase van de herstructurering te implementeren.
De demonstraties en rellen begonnen in al deze landen vanuit de reproductiesfeer en de vraag is of de onrust ook de sfeer van de waardeproductie, het epicentrum van het kapitalisme, binnen zal treden. De stakingen die de val van de ‘socialistische’ dictator Mubarak volgden lijken in deze richting te wijzen en de kapitalisten kijken gretig naar die hoek van de wereld, met hun vinger op de trekker omdat deze “El Dorados” plotseling valstrikken voor het kapitaal zijn geworden in licht ontvlambare regio’s wiens toekomst enorm onzeker is geworden. Het ‘grote concurrentievoordeel’ werd, bijna binnen een enkele nacht, een ‘onbeheersbaar risico’. Subcontracting, toerisme, constructiewerk, de textielindustrie en boven alles olie en handelsroutes (Suez en de golf) worden nu allemaal begroet met het vuur van de proletarische opstand. Na Tunesië, Egypte en Libië, waar de opstand nog actief is, proberen Bahrain, Jemen, Iran, Irak en Algerije proletariërs te vermoorden om de opstand uit te stellen.
Het Griekse regime probeert ook pro-actief te opereren, tegen de op handen zijnde revolte: aan de ene kant bereid ze de formele oplegging van een soort dictatuur op (mogelijk via verkiezingen) en aan de andere kant probeert ze reacties te sturen richting een populistisch-nationalistische (rechtse of linkse is om het even) weg als tweede optie. De functionarissen van het globale financiële kapitaal, die tijdelijk de Griekse staatsmacht in handen hebben, proberen nu snel staatseigendom te verkopen na hun succes in het verlagen van de lonen. Deze grote uitverkoop is niks anders dan een poging om kapitaal te valoriseren wat (grotendeels) gevangen zit in het Griekse en Europese financiële systeem en het onmiddellijke risico loopt massaal gedevalueerd te worden. Aan de andere kant keren proletariërs zich tegen deze uitverkoop omdat ze begrijpen dat dit een nog grotere vermindering van het indirecte loon en een afname van de levensstandaard in het algemeen met zich meebrengt; ze weigeren nog langer om kaartjes voor het openbaar vervoer en de tol te betalen, ze bezetten gebouwen, ze proberen de effecten van de crisis te verminderen door zoveel kabaal te maken als ze kunnen, maar tot nu toe alleen in de reproductiesfeer. De stakingen in de sectoren die getroffen worden door de herstructurering corresponderen niet met de intensiteit van de aanval; ze zijn niks anders dan het spenderen van de laatste bemiddelingscapaciteiten van de vakbonden.
Beide mogelijke strategieën van de Griekse bourgeoisie snijden aan twee kanten. Het opleggen van een dictatuur in Griekenland zal waarschijnlijk het virus van de opstand door heel het mediterrane gebied verspreiden, met alle implicaties die zoiets zal hebben voor alle andere Europese landen. Aan de andere kant zal de afremming van de herstructurering waarschijnlijk de deelname van de Griekse staat in een politiek geünificeerd Europa in twijfel trekken, iets wat haar tot een derderangszone van het kapitaal zal maken. Deze ontwikkeling zou de belangen van een aanzienlijk deel van de Griekse bourgeoisie enorm in gevaar brengen.
Voor de proletariërs die in Griekenland wonen is er slechts een weg, welk scenario er ook geïmplementeerd wordt: de steeds radicalere klassenstrijd. De vakbonden zullen niet sneller voor 24-uurs stakingen zoals die vandaag gaan oproepen, maar de fronten van de klassenstrijd zullen zich vermenigvuldigen met het verstrijken van de tijd; en de uitbarsting van opstandigheid kan niet langer uitgesteld worden. De op eisen gerichte strijd van het proletariaat, met haar focus op het bestaan van het loon en zich kerend tegen de verpaupering van de levensstandaard, zullen door hun verdere ontwikkeling en falen uiteindelijk leiden tot een breuk met hun revindicatieve* inhoud. Deze breuk komt al aan het licht in bepaalde gevallen, zoals de strijd bij Keratea, en zal als een onderscheidbare gebeurtenis de kop op steken in ieder gelokaliseerd conflict. De inhoud van de breuken zal de politieke vereniging van de strijdende proletariërs, en daarmee de effectieve bemiddeling van conflicten, onmogelijk maken. De repressie die de “Wij zullen niet voor de crisis betalen” sociale beweging bijvoorbeeld voor de kiezen krijgt kan het conflict bijvoorbeeld naar het punt duwen waar het hele bestaan van de huidige transportmiddelen in gevaar komt. De ontwikkeling van de dynamiek van deze breuken kan nooit voltooid en gestabiliseerd worden in “verworvenheden van de arbeidersklasse”, ze kan slechts het begin zijn van een historisch revolutionair proces.
Blaumachen/Agents of Chaos
* Revindicatief – van ‘revindicate’, eisen stellen. ‘Luttes revendicatives’ is een gangbare Franse term, waar geen goed alternatief voor is, voor strijd over lonen en arbeidsomstandigheden of onmiddellijke eisen (in tegenstelling tot politieke of revolutionaire strijd).
Comments
Hi the 'delaware' in the
Hi the 'delaware' in the title should be 'de' ('the' in dutch), I don't know how it got in there but my edit is still pending so.