Occupy Oakland is dood! Lang leve de oakland commune! - Enkele Oakland antagonisten

Submitted by CercleNoir on February 9, 2014

DE COMMUNE

Voor ons in Oakland was “Occupy Wall Street” altijd al een rare aangelegenheid. Terwijl een groot deel van het land angstvallig stil was in de jaren voor de hete herfst van 2011, broeide er in de straten van de Bay al een unieke opstandigheid die regelmatig uitbarstte in militante confrontaties met de politie. Van de verschillende anti-politie rellen als gevolg van de executie van Oscar Grant door de politie op Nieuwjaarsdag 2009 tot de golf van antibezuinigingsbezettingen door studenten eind 2009 en begin 2010 tot de inheemse protestkampen in Glen Cove in 2011 en de serie anonieme BART (Bay Area Rapid Transport) ontregelingen in de maand voor Occupy Wall Street: onze grootstedelijke regio kwam de afgelopen jaren naar boven als het centrale strijdpunt van dit land. De kruising van de 14e en Broadway in de binnenstad van Oakland was vaker wel dan niet “ground zero” voor deze conflicten.

Als we er voor hadden gekozen om het specifieke traject te volgen wat voorgeschreven werd door Adbusters en de Occupy Wall Street organisatoren in Zucotti park, dan hadden we ons lokale Occupy kamp ergens opgezet in het hart van de hoofdstad van het West Coast kapitaal, als een bruggenhoofd in het vijandelijke gebied van het financiële district van San Fransico. Sommigen deden dit al vroeg en volgden in de voetstappen van een groeiend aantal kampen verspreid over het hele land als een kleurrijk maar verward archipel van antifinanciële verontwaardiging. Volgens deze logica zou het onmogelijk zijn dat het epicentrum van deze beweging in een proletarische stad van middelbare grootte aan de andere kant van de baai zou liggen.

We kozen nadrukkelijk voor een ander pad, gebaseerd op een langer traject en geworteld in een verzameling gedeelde ervaringen die direct uit recente strijd voortkwamen. Vage populistische slogans over de 99%, handig gebruik van social networking, schaduwachtige figuren die rondrenden in Guy Fawkes maskers, niks van dit alles speelde een cruciale rol om ons naar de voorgrond van de Occupybeweging te brengen. In de rebellenstad Oakland bouwden we een kamp dat niet zozeer de opkomst van een nieuwe sociale beweging was, maar de niet eerder vertoonde samenkomst van al bestaande lokale bewegingen en antagonistische tendensen die allemaal het conflict met staat en kapitaal opzochten, terwijl we leerden om voor elkaar en onze stad te zorgen op de meest radicaal mogelijke manier.

Dit is wat we de Oakland Commune begonnen te noemen; dat dichte netwerk van herontdekte affiniteit en opstandigheid, dat als een mes door de schijnbaar ondoordringbare sociale barrières heen sneed. Onze “war machine and care machine” zoals een kameraad het noemde. Geen politieagenten, geen politici en flink wat ‘autonome acties’; de Commune materialiseerde zich een mand lang in de bevrijdde Oscar Grant Plaza op de hoek van de 14e en Broadway. Hier aten we samen, leefden we samen en begonnen we te leren hoe we eigenlijk voor elkaar moesten zorgen terwijl we ondertussen onbemiddelde aanvallen uitvoerden op onze vijanden: de lokale overheid, de zakenelite ‘downtown’ en het transnationale kapitaal. Deze aanvallen mondden uit in de algemene staking van 2 November en de daaropvolgende blokkade van de West Coast haven.

In hun herhaaldelijke aanvallen op Occupy Oakland had de lokale ‘decolonize’ tendens op een bepaalde manier gelijk[1]. Occupy Wallstreet en de beweging van de 99% worden erg problematisch wanneer ze worden toegepast op een stad als Oakland en stinken naar voornamelijk blanke liberale politiek die van veraf wordt opgelegd op een diverse bevolking die al onder een hardhandige politiebezetting leeft. Wat onze dekoloniserende kameraden echter niet begrepen (opzettelijk of niet) is dat de opstand die zich voltrok voor het gemeentehuis op de Oscar Grant Plaza niet te herleiden is tot 17 September 2011, toen duizenden 99%ers over Wall Street marcheerden en hun kamp in Lower Manhattan opzetten. De Oakland Commune werd veel eerder geboren, op 7 Januari 2009 toen jongeren bovenop een politiewagen klommen en de ruiten hiervan intrapten op het ritme van het gejuich uit de menigte. Vandaar de naam van de tijdelijk door de Commune heroverde ruimte waar dit antikapitalitische dekoloniseringsproces zich ontvouwde: Oscar Grant Plaza.

Waarom duurde het dan bijna drie jaar voordat de Commune eindelijk naar voren kwam en haar werkelijke potentie onthulde? Misschien had ze tijd nodig om stilletjes te groeien, om de kleine overwinningen te vieren en zichzelf weer op te lappen na de bittere nederlagen zoals het deprimerende einde van de studentenbeweging op 4 Maart 2010. Of misschien moest ze haar eigen spiegelbeeld zien in Tahrir, de Plaza del Sol en het Syntagmaplein voordat ze het vertrouwen had om zo schaamteloos de oorlog aan de hele kapitalistische orde te verklaren. Een ding is zeker. Ongeacht de tekortkomingen van Occupy Wall Street en de reformistische tendensen die aan de beweging van de 99% kleefden, het feit dat een soort open revolte zich snel als een virus over het hele land verspreidde gaf ons de politieke ruimte in Oakland om onze rebelse dromen te realiseren. Dit punt kan niet genoeg benadrukt worden. We zijn het sterkst wanneer we niet alleen zijn. We zullen geïsoleerd en vernietigd worden als Oakland een militante uitschieter blijft terwijl de rest van het land stil zit en onze kameraden in andere steden tevreden zijn met ons toe te juichen en het consumeren van relporno afkomstig van onze straten, afgewisseld met een bezoekje om een beetje van de actie mee te krijgen.

DE BEWEGING

Voor een hele generatie jongeren in dit land waren de afgelopen zes maanden de eerste aanraking met hoe het is om deel uit te maken van een uitdijende en complexe sociale beweging die haar mogelijkheden constant oprekt en haar deelnemers door een radicaliseringproces brengt waar normaalgesproken jaren overheen gaan. Het meest recente (en levendige) voorbeeld wat hierbij in de buurt komt is waarschijnlijk de eerste golf van Noord-Amerikaanse antiglobaliserings mobilisaties vanaf eind 1999 tot en met begin 2001. Deze beweging bracht ook een grote groep stromingen samen onder de reformistische slogan “Fair trade & global justice” terwijl ze tegelijkertijd kenmerken vertoonde van een systematische kritiek op het globale kapitalisme en van een militante ‘straatpolitiek’ gericht op verstoringen.

De overeenkomsten houden daar echter op en het is deze breuk met het verleden wat Occupy goed deed. Terugkijkend naar die onstuimige dagen rond de millenniumwisseling (of de golven van tophoppen die hierop volgden) waren de momenten van echte strijd en het zien en leven van een breuk, recht voor je eigen ogen, schaars en lagen ze ver uit elkaar. Ze voltrokken zich meestal tijdens de massamobilisatie midden in een of ander “National Security Event” in een stad aan de andere kant van het land (of de wereld!). De banden die we ontwikkelden in die tijd waren van onschatbare waarde, maar zijn niet te vergelijken met de kiemen van verzet die tegelijkertijd gezaaid zijn in honderden steden deze herfst.

Het is niet logisch om de bezettingstactiek op te hemelen, net zo min als onszelf beperken tot blokkades of clandestiene acties dat is. Toch veranderde de wijdverspreide opkomst van publieke bezettingen wat het betekent om ons te verzetten op kwalitatief niveau. Voor hedendaagse Amerikaanse sociale bewegingen is het iets nieuws om ruimte te bevrijden, die normaalgesproken onder politiecontrole staat om de stad gladjes te laten functioneren als een winstgeneratiemachine, en haar te transformeren in een knooppunt van strijd en rebellie. Om dit dag na dag te doen, geworteld in de stad waar je leeft en de connecties met buren en kameraden versterkend, is het eerste voorproefje van wat het echt betekent om een leven te leiden wat de moeite waard is. Voor die paar maanden in de herfst namen Amerikaanse steden nieuwe geografieen aan, geproduceerd door de beweging, en begonnen rebellen een kaart te schetsen van komende opstanden en revoltes.

Dit was het klimaat waarin de Oakland Commune floreerde. Op die plekken en momenten waarop Occupy Wall Street deze eigenschappen vertegenwoordigde, in tegenstelling tot de reformistische tendensen van de geweldloze campagne van de 99% om het kapitalisme te fixen, was de beweging zelf iets prachtigs. Kleine communes kwamen tot leven in allerlei steden en dorpjes. Die dagen zijn nu voorbij maar het feit dat miljoenen die solidariteit, macht en vrijheid hebben gevoeld zal langdurige en vergaande consequenties hebben.

We zouden niet verbaasd moeten zijn dat de beweging nu uit elkaar valt en dat we nu, min of meer alleen, langs dat lege park of plein komen op weg naar ons werk (of op zoek daarnaar). Plekken die gisteren nog zo vol van leven, kleur en mogelijkheden leken.

Alle grote sociale bewegingen in dit land in de nasleep van de antiglobaliseringsperiode zijn erg snel opgekomen en verenigden miljoenen voor ze snel weer verpletterd of gecoöpteerd werden. De anti-oorlogsbeweging bracht miljoenen op de been in massademonstraties in de maanden voor de bommen boven Baghdad vielen maar werd al snel gecoöpteerd naar een “Iedereen behalve Bush” campagne op tijd voor de verkiezingen van 2004. De beweging voor immigrantenrechten explodeerde in de lente van 2006 en was succesvol in het tegenhouden van de repressieve en racistische HR4437 wetgeving door het grootste protest in de geschiedenis van de VS te organiseren (en mogelijk het dichtste bij een landelijke algemene staking) op 1 mei dat jaar[2]. De beweging werd echter snel van straat gejaagd door een golf agressieve ICE (immigratiepolitie) invallen en deportaties die doorgaan tot op de dag van vandaag. Dichter bij huis escaleerde de anti-bezuinigingsbeweging, die de campussen van Californië overspoelde eind 2009, in rap tempo tijdens de herfst door middel van strijdbare bezettingen over de hele staat. Maar rond 4 maart 2010 was de beweging succesvol opgesplitst door de meer militante tendensen de kop in te drukken en de ‘gematigde’ tendensen te vangen in een impotente lobbycampagne richting de ambtenaren in Sacramento. Zo ziet de snelle cyclus van moblisering en ontleding er uit voor sociale bewegingen in het laat-kapitalistische Amerika.

DE ONTLEDING

Wat draaide Occupy dan de nek om? De 99%ers en reactionaire liberalen zullen al snel naar diegenen van ons in Oakland wijzen, en onze tegenhangers in andere steden, die de zwarte vlag hijsen als oorzaak van het ‘vervreemden van de massa’ met onze ‘Black bloc tactieken’ en ‘extreme’ kijken op de politie en economie. En veel militanten zullen net zo snel wijzen naar de sinistere krachten van de coöptatie, ongeacht of dit nu vakbondsbureaucraten, ‘99% lente’ “geweldloosheidstrainers” of de verzameling van verlammende ‘sociale gerechtigheid’ NGOs zijn. Maar beide posities missen de onderliggende dynamiek die de bepalende factor in de uitkomt tot nu toe was: alle kampen zijn ontruimd door de politie. Allemaal.

Al die bevrijdde ruimtes waar rebelse relaties, ideeën en acties zich konden verspreiden werden platgewalst als de vele krottenwijken die over de hele wereld in de weg van vliegvelden, snelwegen en Olympische stadia staan. De tragische realiteit is dat we die kampen niet terug krijgen. Niet nadat de macht de besmettelijke militantie zich vanuit Oakland zag verspreiden naar andere conflictpunten op de Occupy kaart en zich realiseerde wat een bedreiging die tenten en borden en discussies tot in de late uren mogelijk konden worden.

Ongeacht hoe anders Occupy Oakland was van de rest van Occupy Wall Street, haar leven en dood waren intiem verbonden met de levenskracht van de bredere beweging. Toen de kampen eenmaal ontruimd waren bleef dat andere kenmerk van Occupy, de algemene vergaderingen, achter zonder een ankerpunt en verwerd tot niets anders dan een leeg besluitorgaan wat niemand vertegenwoordigd en zich meer bezig houdt met haar eigen reproductie dan wat dan ook. Er is een breed scala aan pogingen in Oakland geweest om het pad naar de volgende fase van de beweging zichtbaar te maken. Dit omvat verdedigingen tegen de foreclosures, blokkades van de haven, het vormen van banden met rank-and-file arbeiders om de bazen in diverse sectoren te bestrijden, clandestiene kraakpogingen en zelfs buurtbarbecues. Dit zijn allemaal interessante richtingen en ze hebben dan ook potentie. Maar zonder verbonden te zijn aan de draaikolk van een communale bezetting blijven het geïsoleerde activistische campagnes. Geen van allen kan de essentiële rol van het samenweven van het rebelse sociale weefsel van affiniteit en kameraadschap waar alleen de kampen tot nu toe in staat toe waren vervangen.

1 Mei bevestigde het eind van de nationale Occupy Wall Street beweging omdat het de beste mogelijkheid die de beweging had om de bezettingen weer op te bouwen, en toch was ze hier niet toe in staat. Nergens was dit duidelijker dan in Oakland toen de zon onder ging na een dag van demonstraties, pikets en confrontaties. Geruchten hadden wekenlang de ronde gedaan dat er tenten opgezet zouden worden en dat het kamp opnieuw geboren zou worden in de avond van die lange dag. De honderden ME’ers, ondersteund door pantservoertuigen en SWAT teams met automatische wapens, maakten geen geheim van hun voornemen om het plein leeg te vegen nadat alle ‘goede demonstranten’ afgedropen waren, iets wat iedere herbezetting fysiek onmogelijk maakte. Het was hetzelfde op 28 januari toen plannen voor de bezetting van een groot publiek gebouw uiteengeslagen werden in een regen van flash bang granaten en 400 arrestaties, net zoals dit gebeurde op 17 maart in het Zucotti park toen de dromen van een nieuw Wall Street kamp kapot werden geslagen in een regen van pepper spray. Iedere hoop van een lenteoffensief dat zou leiden tot een nieuwe ronde van heroverde ruimtes en bevrijdde zones is gekomen en gegaan. En daarmee zijn Occupy Wall Street en Occupy Oakland gestorven.

DE TOEKOMST

Voor iemand die zich al neer had gelegd bij het overlijden van Occupy was 1 Mei nog best een indrukwekkend succes. Geen enkele andere periode van 24 uur in de recente geschiedenis heeft zo’n divers spectrum aan militantie over allerlei steden in het land losgelaten. Van de straatgevechten in Oakland die de hele dag aanhielden tot het schilden blok in LA tot de moedige poging tot een Wildcat demo in New York tot de verrassingsaanval op het politiebureau in San Francisco tot de anti-kapitalistische demo in New Orleans en de spectaculaire verwoesting van de banken en grote bedrijven in Seattle door kameraden die de zwarte vlag hanteerden, de grote menigten die de straat op gingen op 1 Mei waren niet langer bang van de militante confrontaties met de politie en leken relatief comfortabel met de vernielingen. Dit is een belangrijk keerpunt dat suggereert dat de toon en tactieken van de volgende reeks gebeurtenissen heel anders zal zijn dan die van de afgelopen herfst.

Toch is het consistente ritme en de resonantie van het verzet dat de kampen mogelijk maakten niet teruggekeerd. Wederom waden we door de deprimerende zee van de dagelijkse normaliteit, wachtend op de volgende spectaculaire actiedag om te komen en gaan op dezelfde manier waarop de kameraden dat een decennium geleden deden in de antiglobaliseringsbeweging of de antioorlogsbeweging. In de Bay Area werd de stakingsoproep opgepikt door verpleegsters en veerpontwerkers die pikets bij hun werkplekken organiseerden, naast de havenarbeiders die van hun werk wegbleven die dag. Deze uiting van solidariteit is indrukwekkend als je kijkt naar het algemene gebrek aan momentum in de beweging op dit moment. Als verstoring van de dagelijkse kapitaalstromen schoot ze echter te kort om van een actiedag naar een algemene staking zoals op 2 november te escaleren.

En dus gaan we door in deze stillere periode van onzekerheid. We vangen zo nu en dan nog glimpen van de Commune op in die speciale momenten wanneer vrienden en kameraden met succes de regels breken en zichzelf organiseren om voor elkaar te zorgen terwijl ze tegelijkertijd aanvallen organiseren op diegenen die profiteren van deze collectieve ellende. We zagen dit tijdens de acties op 1 Mei, of tijdens de twee bezettingen van het gebouw aan 888 Turk Street in San Francisco of recentelijk op het bezette stuk landbouwgrond dat tijdelijk bevrijd werd van de Universiteit van Californie voordat ze ontruimd werd door de oproerpolitie een paar dagen geleden. Maar nu de kampen uit de herfst bijna zijn leeggelopen berust het felle maar delicate leven van onze Commune meer en meer op de levendigheid van de rebelse sociale relaties die altijd al ons fundament zijn geweest.

De taak die voor ons ligt in Oakland en daar voorbij is om op zoek te gaan naar nieuwe manieren om elkaar te vinden en die te voeden. We bereiken snel het punt waarbij het dode gewicht van Occupy de Commune met zich mee de prullenbak van de geschiedenis in lijkt te trekken. We moeten nieuw leven blazen in onze netwerken van rebelse relaties. Nieuw leven dat niet afhankelijk is van de General Assembly van Occupy Oakland of de verzameling bewegingsvoortrekkers die opkwamen om de recente strijd te vertegenwoordigen. Dit is geen argument tegen de openbare bijeenkomsten of voor een aftocht richting de kleine counterculture getto’s die ons irrelevant en geïsoleerd houden. In tegendeel, we hebben meer publieke bijeenkomsten nodig die verschillende vormen aannemen en experimenteren met thema’s, beslissingsmakingsstijlen (of gebrek daaraan) en niveaus van affiniteit. We moeten nieuwe manieren vinden om ruimte te heroveren en een besmettelijke rebelse geest, geworteld in onze specifieke stedelijke context, gebruikelijk te maken terwijl we een breuk maken met de neerwaartse spiraal van bezettingspogingen gevolgd door staatsrepressie waar de beweging nu in vervallen is. Bovenal moeten we kost wat kost in contact blijven met de oude en nieuwe kameraden en mogen we deze relaties niet laten ontbinden. Dit zal de gezondheid van de Commune bepalen en uiteindelijk haar mogelijkheid om effectief onze vijanden te bestrijden in de strijd die nog komen gaat.

Referenties:

[1] De ‘decolonize’ tendens stak in Oakland en elders de kop op toen minderheden en inheemse mensen een initiatief binnen Occupy begonnen om de diepe koloniale wortels van de huidige onderdrukking en uitbuiting te confronteren. Decolonize Oakland splitste zich publiekelijk van Occupy af op 5 December 2011 nadat een voorstel in de Occupy Oakland algemene vergadering om de naam naar Decolonize Oakland te wijzigen afgewezen werd. Voor meer informatie over deze splitsing zie ‘Escalating Identity’ http://escalatingidentity.wordpress.com/

[2] De demonstaties op 1 mei 2006 genaamd ‘El Gran Para Estadounidense’, ofwel ‘De grote Amerikaanse boycott’, waren de climax van een landelijke serie mobilisaties die twee maanden eerder begonnen waren met grote marsen in Chicago en Los Angeles, samen met spontane walkouts op middelbare scholen in Californie en daar voorbij. Miljoenen gingen door het hele land de straat op op 1 mei, met 2 miljoen demonstranten in Los Angeles alleen. Hele zakendistricten in immigrantenbuurten, of buurten waar immigranten het gros van de arbeiders vormden, werden die dag afgesloten in wat sommigen ‘Een Dag Zonder Immigranten’ noemden.

Comments