Reflecties over de relatie tussen solidariteitsnetwerken, groepen op de werkvloer, en klasseorganisatie, gebaseerd op ervaringen in West-Londen.
Beste broeders en zusters,
Enkele kameraden uit Frankfurt die een solidariteitsnetwerk willen opzetten, namen onlangs contact met ons op. Zij benaderden ons met enkele concrete vragen (1). We willen deze gelegenheid aangrijpen om meer in het algemeen te reflecteren op de beperkte ervaringen met ons initiatief tot het werken aan een solidariteitsnetwerk tot nu toe, en op de politieke richting die we willen inslaan. We doen dit tegen de huidige achtergrond van na de ‘Corbyn-gekke’ verkiezingen en een toename van politieke activiteiten richting Labour Party. Het eerste deel van deze tekst legt uit wat ons verzet was tegen de gerichtheid op verkiezingsactiviteiten, onverschillig of dat nu gaat via de machinerie van Labour, of in de meer postmoderne vorm van ‘communalisme’ (2). Ondanks het feit dat plaatselijk in ons gebied het verkiezingscirkus minder invloed had, omdat de meeste arbeiders hier hoe dan ook niet mogen stemmen. En als alternatief voor deze electorale omslag, concentreert het tweede deel zich op onze politieke voorstellen voor een plaatselijk gewortelde klasseorganisatie. (…).
Labour en wensdenken
We hebben er begrip voor dat behoefte bestaat aan ‘hoop’ in een verdeelde en geslagen arbeidersklasse en dat de retoriek van Labour over sociale eenheid en gelijkheid wordt verwelkomd.
Wij willen onze kameraden van radicaal links bekritiseren wanneer ze deze ‘boodschap van hoop’ en materiële beloftes (einde aan de bezuinigingen) alleen maar versterken, zonder de structurele beperkingen ter discussie te stellen die het voor een Labour-regering moeilijk maken om hun beloftes waar te maken. Syriza in Griekenland heeft aangetoond hoe een snel stijgende hoop kan leiden tot nog dieper depressieve gevoelens als ‘onze regering’ zich tegen ons moet richten.
Voor ons gaat het minder om de arbeidersklasse te waarschuwen om principieel niet te stemmen of om ons te richten op de problematische machtsstrijd van Corbyn binnen het apparaat van Labour. We wijzen op de algemene dynamiek tussen a) een nationale sociaal-democratische regering, b) het wereldwijde systeem van handel, monetaire relaties en politieke macht en c) de strijd van arbeiders om hun levenssituatie te verbeteren. Met andere woorden, alle historische lessen hebben aangetoond dat de resultaten van het kanaliseren van arbeidsklasse-energieën in het parlementarisme binnen een natie-staat die weer is ingepast binnen een algemeen systeem van kapitaalstromen, op de langere termijn altijd is uitgelopen op het beperken van de macht van de arbeidsklasse.
De voorstellen van de Labour Party zijn over het algemeen niet zo radicaal. Bijvoorbeeld hun belofte om het minimumloon te verhogen tot 10 pond per uur tegen 2020 (!) leidt bij de huidige inflatie waarschijnlijk tot een demping van loonstrijd onder de minder betaalde arbeidersklasse, in plaats van hen te stimuleren. De regeling tot het minimumloon die door Labour onder Blair in 1998 werd ingevoerd, had op de lange termijn dit effect.
Een toename van de belasting om de financiële middelen te vinden om hun beloftes waar te maken, zal de kapitaalvlucht en de devaluatie van het Pond verergeren. De meeste kapitaalactiva waarop de Britse economie is gebaseerd, zijn minder hard dan in de jaren zeventig. Daarom zou het moeilijk zijn om de kapitaalvlucht te bestrijden met inbeslagnames (‘nationalisering’), een stap die Labour in ieder geval nog niet echt op grote schaal overweegt.
Terwijl welk sociaal-democratisch programma dan ook op nationaal niveau onwaarschijnlijker is dan ooit, richt het programma van Labour de aandacht van arbeiders steeds meer op het nationale terrein: strijd voor de National Heath Service (Gezondheidszorg door de staat; vertaler), de nationalisering van de spoorwegen, enz. In zekere zin is de heersende koers richting Brexit meer consequent tegenover de meeste linkse stokpaardjes van Corbyn. Terwijl Labour officieel een vrijzinnige benadering van migranten handhaaft, zijn die strategen bij Labour die minder onder de publieke controle staan als politici, zoals Paul Mason, eerlijker: als een sociaal-democratisch programma op nationaal niveau wordt uitgevoerd, moet de controle over de kapitaalbeweging toenemen. Door het karakter van de relatie tussen kapitaal en arbeid, betekent dit ook dat de controle over de mobiliteit van arbeid wordt aangescherpt. Het zou ook betekenen dat het nationale militaire apparaat opnieuw wordt versterkt om de nationale munteenheid te versterken die anders niet de internationale status zou hebben die het Pond nog steeds heeft (3).
Een sociaal-democratische regering heeft een arbeiders- / sociale beweging op het strijdterrein nodig om meer controle te krijgen over het ondernemingsmanagement, b.v. door belasting. Tegelijkertijd belemmert ze de zelfactiviteit van de arbeiders die nodig is om dit te doen – bijv. door te vertrouwen op het belangrijkste vakbondsapparaat als transmissieriem tussen arbeiders en regering.
In concretere zin zien we dat groepen zoals Momentum of plaatselijk organisaties van de Labour Party weinig hebben gedaan en weinig doen om de organisatie van de dagelijkse proletarische strijd aan de basis te versterken. Ze hebben daarentegen de activiteiten van de mensen heeft gericht op de verkiezingen. Kortom, het aftappen van energie en het afleiden van aandacht van concrete proletarische problemen. Veel ‘onafhankelijke’ linkse initiatieven – van Novara media tot de meeste Trotskistische organisaties – werden tot reclamebureau’s voor de verkiezingen.
Aangezien voor de nieuwe Labour-activisten – veel van hen zijn hoger opgeleid, zo niet hebben ze een middenklasse-achtergrond – adviseursbanen en politieke carrières in het vooruitzicht liggen, moeten we hun toekomstige rol met kritische verdenking bekijken.
Als een Labour-regering daadwerkelijk zou proberen de belasting te verhogen en kapitaal te herverdelen, is het meest waarschijnlijke resultaat een devaluatie van het Pond en een toename van de inflatie door een handelstekort, dat niet gemakkelijk kan worden tegengewerkt (zie concurrentiepositie van de landbouw, de energiesector, algemeen gefabriceerde goederen, enz.).
De nieuwe linkervleugel van Labour, die is opgeleid in politiek activisme en taalgebruik, en die geholpen wordt door hun invloed binnen de vakbondsleiding, zal het beste middel zijn om de arbeiders aan te praten dat ze de Labour-regering wat tijd moeten gunnen, om te verklaren dat internationale ondernemingen tegen ons samenspannen, en dat ondanks de inflatie de arbeiders kalm moeten blijven en volhouden. Loonstrijd wordt ‘overdreven’ of ‘verdelend’ genoemd, of ze wijzen ‘op een kleingeestig economisch bewustzijn’. Meer principiële kameraden die de arbeiders hebben uitgelegd dat ze Labour moeten steunen, maar die arbeiders willen steunen wanneer deze tegen een Labour-regering strijden, lopen het gevaar hun geloofwaardigheid en invloed te verliezen.
In plaats van illusies te creëren dat onder de omstandigheden van een wereldwijde crisis geld gevonden kan worden voor de welvaartsstaat, zouden we op de absurditeit van de kapitalistische crisis moeten wijzen: er is armoede ondanks een overmaat aan productiecapaciteit en goederen (waarvoor geen geld kan worden gevonden als het geen winsten voor bedrijven of de staat belooft). We moeten opnieuw Marxisten zijn. We moeten structuren analyseren in plaats van over te gaan tot wensdenken.
We moeten onze activiteiten richten op a) het opbouwen van materiële tegenmacht tegen de bazen en de kapitalistische instellingen, die een verschil maakt in het dagelijks leven van mensen uit de arbeidersklasse en b) ons voorbereiden op de taak om de (re-)productiemiddelen daadwerkelijk over te nemen (4). Hiervoor moeten we internationaal geworteld en gecoördineerd zijn. Voor ons is duidelijk dat in het licht van deze grote vragen, onze werkelijke praktijk belachelijk bescheiden lijkt, maar we willen onze ervaringen eerlijk delen en anderen uitnodigen om zich bij ons aan te sluiten (5).
Men kan ons beschuldigen van simpel ‘syndicalisme’, dat niet in staat is om te reageren op de veranderingen in de sociale sfeer en in het politieke scenario. Wij zijn het echter ermee eens dat we specifieke strategieën moeten ontwikkelen bij plotselinge verschuivingen. De vraag is wat voor soort strategieën. In de huidige periode na de verkiezingen en na de Grenfell-ramp zullen we ons niet bij de opportunisten voegen die ‘Tories out’ schreeuwen. Daarentegen willen we bijdragen aan het veralgemenen van proletarische ontevredenheid door te onthullen dat ‘incidenten’ in tijden van kapitalistische crisis en bezuiniging een kenmerk van het systeem zijn en algemeen zijn in de ervaring van de arbeidersklasse: van onderbemensde eerste hulp afdelingen in ziekenhuizen, via het werken zonder de juiste instructies met schoonmaakmiddelen in voedselverwerkende bedrijven, tot gesloten kantoren voor huurtoeslagen in onze wijk. Grenfell is overal in het klein te vinden en – in tegenstelling tot het ‘Tories out’-geschreeuw – kunnen we ook ontdekken hoe collectieve stappen van de arbeidersklasse deze op een alledaags niveau kunnen tegengaan. Het is aan ons om deze collectieve stappen bekend te maken – stappen die gewoonlijk worden overstemd worden door het lawaai van de grote politiek en de would-be politici.
Een klasselijn aannemen: Proletarische zelfverdediging, arbeidersmacht en politieke organisatie van arbeiders
We willen beginnen met het situeren van het solidariteitsnetwerk binnen het grotere beeld van het vormingsproces van een organisatie van de arbeidersklasse. We kunnen drie verschillende lagen in dit proces identificeren, die we zo veel mogelijk willen samenvoegen.
1) Aanmoedigen en politiseren
Het solidariteitsnetwerk is in wezen een oproep voor wederzijdse hulp tussen individuele proletariërs in dagelijkse kwesties van proletarische bestaan: van de problemen met de staatsmachines (jobcentra, migratiebureaus) tot concrete problemen met verhuurders en bazen, tot kwesties rond seksueel of raciaal geweld onder proletariërs. Het is gebaseerd op principes van een klasselijn: we hebben geen deskundigen of burgerlijk ‘maatschappelijk werk’ bemiddelaars nodig. Directe actie en solidariteit zijn onze belangrijkste kracht. En verschillende aspecten van het leven hebben een duidelijk klassekarakter (van school tot het systeem voor gezondheidzorg). Wanneer een grotere groep proletariërs macht hebben, bijvoorbeeld wanneer ze protesteren of de porductie blokkeren, ligt de organische collectieve kracht van proletariërs in het arbeidsproces. De grootste uitdaging voor solidariteitsnetwerken is het creëren van een synergetisch effect tussen solidariteitsnetwerken en aan de arbeidsgroep gebonden organisaties. Dit is niet alleen een kwestie van macht in de zin dat we onder de huidige omstandigheden vaak een extern ondersteunend leger nodig hebben om arbeiders aan te moedigen om de verstikkende sfeer van angst binnen fabrieken, magazijnen en andere werkplekken te doorbreken en over te gaan tot collectieve actie, zelfs in een minderheidspositie. Het gaat ook om politisering: het solidariteitsnetwerk in relatie tot de werkplek kan helpen om alle aspecten van de proletarische ervaring te verhelderen die vakbonden vaak negeren, bijv. de omstandigheden in het huiselijke sfeer en de onderdrukking door overheidsinstanties.
2) ‘Economisch’ en ‘sociaal’
We willen geen grens trekken tussen groepen door die op de arbeidsplaats ‘economisch’ en de solidariteitsnetwerken ‘sociaal’ te noemen. Het feit is, arbeidsplekken zijn de plaatsen waar de meeste sociale contacten plaatsvinden. De dagelijkse nabijheid op het werk creëert de sfeer onder proletariërs om over andere aspecten van de onderdrukking van de arbeidersklasse te praten – meer dan bijv. de ruimtelijke nabijheid tussen buren of werkzoekenden in de wachtrij in een jobcentrum. En de toenemende druk op proletariërs ‘buiten het werk’ heeft duidelijk invloed op hoe de machtsbalans tussen arbeiders en bazen verschuift, b.v. verscherping van migratieregels of besnoeiingen op werkloosheidsuitkeringen zullen de angst voor het verliezen van een baan vergroten. Mobilisaties van migratie-arbeiders in de VS hebben laten zien dat de meest krachtige manier om tegen de migratieregeling te reageren, bestaat in het raken van de onderbuik van de heersende macht door staking. Op de lange termijn kan alleen strijd in het productieproces de macht van de arbeidersklasse laten zien, niet slechts door het systeem te blokkeren, maar door de manier te veranderen waarop we deze wereld en onze relaties scheppen.
3) Politieke klasse-organisatie
Wat is de rol van een politieke klasse-organisatie in dit proces? Voor ons is de belangrijkste rol van een politiek collectief om ervaringen te documenteren en vanuit dit revolutionaire perspectief verslag te doen van dit proces tussen solidariteitsnetwerk en groepen op de werkplek door middel van een lokale krant van de arbeidersklasse. Dit betekent concrete plaatselijke ervaringen te plaatsen binnen historische veranderingen of binnen strijd die wereldwijd plaatsvindt. Het is een van de middelen van organisatorische uitbreiding wanneer deze krant regelmatig wordt verspreid op de arbeidsplaats, baancentra en andere proletarische gebieden. Het werk aan de krant is een proces van zelfstudie voor militante arbeiders die zijn aangetrokken tot het solidariteitsnetwerk of de groepen op het werk. Het is één ding om te zien dat de meeste aspecten van ons leven gevormd worden door (klasse)onderdrukking. Het is heel iets anders om de vraag te stellen waarom en hoe dit te veranderen. De krant is een lokaal brandpunt voor arbeiders om een bredere horizon te scheppen, bijv. door strijdbare arbeiders uit andere regio’s te ontmoeten en met hen te spreken, en toekomstige praktische stappen te coördineren.
Dit is ongeveer hoe we de relatie zien tussen solidariteitsnetwerk en werkplek groepen, tussen de proletarische ervaring en de macht van arbeiders. In praktische zin zijn we nog ver verwijderd van het creëren van het noodzakelijke synergetische effect waarover we hebben gesproken. … (6)
---
Noten
(1) Bieden jullie rechtsbijstand aan en, zo ja, hoe?
Hoe vermijden jullie dat de arbeiders die naar jullie komen, passief blijven, als consumenten of leden van grote vakbonden?
Komen mensen met een houding als “Ik heb dit en dat probleem en ik zou het graag opgelost willen hebben”?
Slagen jullie er in om solidariteit onder arbeiders van verschillende sectoren op te wekken?
Hoe gingen jullie te werk bij het opzetten van het netwerk?
Wat heeft jullie activisme te maken met je eigen leven?
Zijn jullie arbeiders, studenten, werklozen, …?
Hoe voorkom je dat je beperkt blijft tot de gebruikelijke mensen van radicaal links?
Hoe openlijk zijn jullie het over jullie socialistische / communistische standpunten in de omgang met arbeiders?
(2) http://www.weareplanc.org/blog/radical-municipalism-demanding-the-future/
(3) https://www.theguardian.com/commentisfree/video/2016/apr/06/trident-jeremy-corbyn-paul-mason-leftwing-case-nuclear-weapons-video
(4) https://angryworkersworld.wordpress.com/2016/08/29/insurrection-and-production/
(5) https://angryworkersworld.wordpress.com/2017/04/26/sisters-brothers-its-time-for-some-strategical-roots-manuvas/
(6) Weggelaten in deze vertaling: “In het volgende willen we reflecteren op onze concrete ervaringen en een aantal van de moeilijkheden illustreren.” Door gebrek aan vertaalcapaciteit zien we af van dit laatste lange fragment. Zie de Engelse versie.
Overname van deze vertaling is toegestaan bij vermelding van de bron:
https://arbeidersstemmen.wordpress.com/2017/07/18/u-k-in-tijden-van-illusies-over-labour-van-solidariteitsnetwerken-naar-klasseorganisatie/#more-8883
Comments